Wat zijn koolhydraten?

Koolhydraten zijn, zoals al eerder vermeld werd, de belangrijkste energieleveranciers voor ons lichaam.

Dit komt omdat de omzetting van koolhydraten naar energie sneller verloopt aangezien ze veel gemakkelijker toegankelijk zijn voor omzetting en
daardoor sneller in het glycogeendepot terecht komen. Ze worden onderverdeeld in drie groepen:
1)Monosachariden: glucose zoals druivensuiker, fructose zoals vruchtensuiker en galactose, te vinden in gommen. 
2)Disachariden: opgebouwd uit twee monosachariden, o.a. sucrose (beter bekend als suiker en opgebouwd uit glucose en fructose), lactose (melksuiker, opgebouwd uit glucose en galactose) en maltose (moutsuiker, opgebouwd uit twee glucose-eenheden die aan elkaar gekoppeld zijn).
3)Polysachariden: ook wel complexe koolhydraten genoemd, zijn samengesteld uit meerdere monosachariden.
Deze vorm is beter bekend onder de naam zetmeel.

Glucose wordt in bladgroen gemaakt van kooldioxide en water.
Om energie vrij te maken is verbranding nodig. De voornaamste brandstof is glucose:
als je langzaam glucose afbreekt krijg je minder warmte en meer kracht als opbrengst.
Zetmeel bestaat uit een keten van glucosemoleculen en moet eerst worden afgebroken tot maltose en glucose.
In dat proces wordt het in eerst instantie omgezet tot glycogeen. Glycogeen is een reservestof die in de spieren en de lever bewaard wordt.
Het is belangrijk om vanuit het glycogeendepot, gedoseerd glucose ter beschikking te maken.
Het is namelijk belangrijk dat het glucosegehalte (meer algemeen bekend als bloedsuikerpeil) in het bloed ongeveer gelijk blijft.
Vooral de hersenen zijn erg gevoelig voor veranderingen in het glucose gehalte.
Je merkt dat aan het optreden van vermoeidheid, verwarring, geïrriteerdheid en agressiviteit.

In de wetenschap wordt dit verschijnsel hypoglykemie genoemd. Monosachariden en Disachariden (suikers dus) worden, om het simpel te zeggen,
te snel omgezet en leiden daarbij tot een piek in het glucosegehalte.
Een teveel aan suikers leidt tot de genoemde verschijnselen en, bij overgevoeligheid, zelfs tot hartritmestoornissen.
Het beroemde kopje thee met suiker werkt in dit geval slechts tot instandhouding van het probleem.

Het is dus beter om te zorgen dat het lichaam de beschikking krijgt over Polysachariden (zetmeel), die gedoseerd tot glucose omgevormd worden,
in plaats van direct naar suiker te grijpen.
  Je vindt goede koolhydraten in (volkoren) graanproducten (brood, rijst,pasta), aardappelen, peulvruchten en sommige vruchten.
Gedroogde vruchten functioneren heel goed als tussendoortjes, net als mueslirepen en fruit.

Minder goede koolhydraten zijn koekjes, snoep en alles waar geraffineerde suiker in verwerkt is.
Dat wil niet zeggen dat je die dingen niet mag eten (lekker hoor zo'n snoepje) maar het moet niet je voornaamste bron zijn.

  De voornaamste hoeveelheid koolhydraten voeg je het beste toe aan het eind van de dag.
Zetmeel wordt (mede) verteerd door speeksel, goed kauwen voegt speeksel toe,
de nachtelijke (spijs)vertering zorgt dan weer voor een reserve glycogeen, genoeg voor weer een actieve dag.
Klik hier om naar de vorige pagina te gaan