STRIPS
'Strip'
is het Engelse woord voor 'strook', of 'reep'.
In een stripverhaal vertel je een verhaal met een serie plaatjes.
Bewegende plaatjes vormen een "animatie".
Plaatjes zijn vaak makkelijker te begrijpen dan geschreven tekst. Denk maar eens aan
verkeersborden of de tekeningen die op een vliegveld als wegwijzers
worden gebruikt.
Plaatjes zijn ook veel leuker om naar te kijken.
Daarom vrolijken ze saaie schoolboeken vaak met tekeningen op!
De meeste strips hebben ook tekst.
Soms staat die onder de stripplaatjes. Meestal staat tekst ín de plaatjes: in
ballonnetjes, Geluidseffecten ('KNAL!' 'BOEM!')
staan los in de plaatjes.
Prehistorische strips In
een stripverhaal vertel je dus een verhaal met een serie tekeningen.
Maar de volgende dingen waren nog geen strips: Er bestaan strips die van foto's zijn gemaakt, maar de meeste strips zijn getekend. Sommige dingen kun je nu eenmaal makkelijker tekenen dan fotograferen. Zoals een raket die door de ruimte vliegt, een leger Romeinse soldaten, of een cowboy die een gat door een muntje schiet.
|
Strips in de Krant Wat
lees jij snel als je de Taptoe krijgt? Juist, de strips.
|
Stripboeken Strips
begonnen dus als een trucje om meer kranten te verkopen. Pas later
werden er stripboekjes gemaakt met alleen maar strips erin. Europese
strips
Uit
Amerika komen vooral veel krantenstrips en superhelden-strips. |
Kuifje Kuifje is een journalist. Hij reist over de wereld en beleeft spannende avonturen. Tijdens die avonturen leert hij zijn vrienden kennen. Zoals kapitein Haddock, de detectives Jansen en Jansens, en professor Zonnebloem. Boeven die hij in één verhaal ontmoet, komen later vaak weer terug. Kuifje-verhalen zijn vooral spannend. Kuifje reist door vreemde landen, hij vangt boeven en hij vindt schatten. Hij vliegt zelfs naar de maan! Dat deed hij al in 1950, bijna twintig jaar eerder dan de Amerikaanse astronauten. Kuifje is heel netjes en duidelijk getekend. Deze stijl van tekenen heet 'de klare lijn'. De strip Kuifje komt uit België. Daar heet hij: 'Tintin'. De maker noemde zichzelf Hergé. Eigenlijk heette hij Georges Rémi. Als je de beginletters van zijn naam (G.R.) omdraait, en uitspreekt op zijn Frans, dan klinkt het als 'Hergé'. Het eerste Kuifje-verhaal was 'Kuifje in de Sovjetunie'. Dat verscheen in 1929 in het Belgische blad 'Le petit Vingtième'. Misschien ken je alle Kuifje-albums, en heb je toch nog nooit gehoord van Kuifje in de Sovjetunie. Dat komt doordat Hergé achteraf erg ontevreden was over dat verhaal. Hij wilde liever niet dat er albums van werden gedrukt. Daardoor is het nog steeds zeldzaam. In 1983 is Hergé overleden. Zijn erfgenamen hebben daarna besloten om géén nieuwe Kuifje-verhalen door andere schrijvers en tekenaars te laten maken. ![]() In België worden nog heel veel andere stripverhalen gemaakt. Sommige Belgische strips zijn overal bekend, bijvoorbeeld 'Suske en Wiske' of 'Guust Flater'. Een heleboel Belgische strips worden vooral in België zelf gelezen, zoals 'Jommeke' en 'Bakelandt'.
Strips
uit Nederland
Japan
De
laatste jaren zijn ook Japanse strips hier populair. Het Japanse
woord voor strips is 'manga'. Manga kan van alles zijn: enge verhalen
met seks en geweld, maar ook heel zoete lieve kinderstrips. museums
voor strips: het 'Belgisch Centrum van het Beeldverhaal'.
|
Soorten strips Simpel gezegd bestaan er twee soorten strips: grappige strips en spannende strips. Grappige
strips zijn vaak korte verhalen van een paar bladzijden, of zelfs
maar een paar plaatjes. Grappige strips zijn vaak een beetje overdreven en heten
'karikaturaal', maf getekend: de figuurtjes hebben dikke neuzen,
grote hoofden of lijken wel van rubber. Ze lijken helemaal niet
echt. Avonturenstrips zijn meestal wat langer en de
tekeningen lijken 'echter'.
Ook heb je gagstrips, tekststrips en ballonstrips, een gagstrip is een klein grapje van meestal maar 3 plaatjes, een tekststrip is een strip waar de tekst onder het plaatje staat. En dan als laatste de ballonstrip, dat is een strip waarbij de tekst in het plaatje staat. |
Oude strips Niet
alle oude strips, maar sommige wel zijn zeer zeldzaam en dus duur. Van 'Kuifje in de Sovjetunie'
zijn de eerste keer bijvoorbeeld maar heel weinig boekjes gedrukt. Er
zijn verzamelaars die veel geld over hebben voor zo'n zeldzaam
stripalbum. |
Striptekenaar worden Allereerst
en allerbelangrijkst: om striptekenaar te worden, moet je veel zélf
doen. Hoe wordt een strip gemaakt Eerst
moet een strip worden bedacht. De bedenker van een stripverhaal, noem
je een 'scenarist', net als bij de film. Sommige scenaristen
schrijven hun idee gewoon op. Andere maken er een simpel
stripverhaaltje van. Daaraan kun je al een beetje zien hoe de strip
gaat worden.
|
Wat heeft een striptekenaar nodig Om
te schetsen wordt schetspapier gebruikt, een potlood en een gum.
Hoe gaat het nu met de strip Luister,
opa vertelt: vroeger waren er bijna geen leuke televisieprogramma's.
Kinderen gingen haast nooit naar de bioscoop. Video bestond alleen in
sciencefiction-verhalen. En van computerspellen of internet had zelfs
de sciencefiction nog nooit gehoord.In die tijd waren blaadjes of
boekjes met strips het leukste wat er voor kinderen bestond. Er waren
toen speciale stripbladeren: Tom Poes Weekblad, de Ketelbinkie Krant,
Sjors, Pep en Donald Duck.Tegenwoordig zijn er meer leuke dingen voor
kinderen. Mensen geven niet meer zo veel geld uit aan strips.
Daardoor bestaan er nu minder échte stripbladen dan vroeger.
Wat er nog bestaat, komt vaak uit het buitenland. In 'gewone' winkels
zijn niet meer zo veel strips te koop. Daarvoor moet je naar speciale
stripwinkels. Het is in Nederland nu moeilijker dan vroeger om de kost
te verdienen als striptekenaar. Gelukkig kan een tekenaar ook nog op
andere manieren geld verdienen: als illustrator bij een tijdschrift
of een reclamebureau, bijvoorbeeld. |