Home

Zeus is een figuur in de Griekse mythologie. Hij is de oppergod, die heerste vanaf de berg Olympus. Hij was een zoon van Kronos. Hij beheerste de natuur, in de verhalen kan hij met bliksem gooien, het laten regenen of laten sneeuwen en de wolken uit elkaar laten gaan. En hij heeft deze kracht met zijn eigen kenmerken: donder en bliksem, scepter, adelaar en aegis De huid van de geit Amalthea, een onverwoestbaar schild.


Zeus' vrouw was zijn zus, de godin Hera, de derde dochter van Kronos. Tot haar grote woede en verdriet werd Zeus echter dikwijls getroffen door de pijlen van de god van de eeuwige liefde Eros en kon hij de liefde voor andere vrouwen niet weerstaan. Hera was zeer jaloers en trachtte op allerlei manieren Zeus van zijn amoureuze escapades te weerhouden, maar vaak tevergeefs: hij had ten minste 9 relaties met godinnen en 14 met sterfelijke vrouwen uit de mensen. Hij verwekte bij hen tientallen kinderen. De lieftallige Europa verleidde hij zelfs door zichzelf in een stier te veranderen en vervolgens te ontvoeren.

Ook de mannenliefde werd in de Griekse mythologie niet geschuwd. Zo liet Zeus zijn oog vallen op Ganymedes. Het verhaal is vaak besproken met het oog op de rol van homoseksualiteit in de Griekse cultuur.

In de oudheid waren er veel contacten tussen de diverse zeevarende volkeren en deze namen veel elementen uit de verschillende godsdiensten van elkaar over.

Zo was Zeus, reeds voor de Hellenistische tijd, bekend bij de Frygiërs en werd hij als oppergod vereenzelvigd met de god Amon en werd daarom ook wel vereerd als Zeus-Amon. Amon werd zowel bij de Egyptenaren als bij de Lybische volkeren als god beschouwd, met verschillende interpretaties.

De Romeinen vereenzelvigden Zeus met Jupiter, de Germaanse volkeren vereenzelvigden hem met Wodan en de Scandinavische volken met Odin.


De betekenis van zijn naam (*Djev = stralende, verwant met Latijn dies = dag) duidt op een verwantschap met de verering van het heldere uitspansel; Zeus’ meest wezenlijke functie is die van hemelgod.

De natuur en al haar verschijnselen waren aan hem onderworpen. Hij slingerde de bliksem, verzamelde de wolken en dreef ze uiteen; regen en sneeuwval werden door hem veroorzaakt. Daarom golden allerlei hoge bergen als zijn verblijf: de Ida op Kreta, de Lycaeus in Arcadië, maar de bekendste is de Olympus in Thessalië. De adelaar (oorspronkelijk symbool van de bliksem) was zijn heilige vogel, de eik zijn heilige boom, zijn schild was de aegis.

Door zijn donderkeil (Een donderkeil is een symbolische afbeelding van donder en bliksem. Donderkeilen zijn attributen van goden en komen ook in de heraldiek voor. Het gaat in de Europese traditie om een bundel bij elkaar gehouden of samengebonden bliksemschichten. Of ook een door een blikseminslag gevormde steen.) te gebruiken en bliksems en donderslagen teweeg te brengen, maar ook met een regenboog en de vlucht van vogels gaf Zeus voortekenen aan de mens.

In het orakel van Dodona konden de priesters de wil van Zeus vernemen door naar het ruisen van de eiken in het heilige en aan Zeus gewijde eikenbos te luisteren.

Titanen zijn in de Griekse mythologie de zonen en dochters van Ouranus (hemel) en Gaea (aarde).

De meesten van hen belichaamden natuurkrachten. De Titanen werden door hun vader in de afgrond gesmeten toen hij het gevoel kreeg dat ze te machtig werden.

De Titanen zijn reusachtige wezens. Oerwezens die al bestonden voor de komst van de Olympische goden, zoals Poseidon, Zeus en Athena en heersten over het heelal.

Er zijn in totaal twaalf Titanen, zes mannelijke en zes vrouwelijke, die ook wel Titaniden worden genoemd.


De zes mannelijke Titanen zijn:

  • Hoofd van een Titaan, Nationaal archeologisch museum te Athene Oceanus

  • Coeus

  • Hyperion

  • Crius

  • Iapetus

  • Cronus

…en de vrouwelijke Titaniden:

  • Tethys (niet te verwarren met de nimf Thetis)

  • Rhea

  • Phoebe

  • Thea

  • Themis

  • Mnemosyne

Klik hier om naar de vorige pagina te gaan


Schilderij Zeus en Hera

Collectie Bonnefanten, langdurig bruikleen Gemeente Maastricht

Dit object is nu niet in het museum te zien

Vervaardiger Pierre Coclers (1696 - 1772)

Titel: De Goden (Zeus en Hera) op de Olympus, allegorische voorstelling (een symbolische voorstelling waarbij een idee of abstract begrip wordt verbeeld door één of meer personificaties, personen en concrete zaken.) afkomstig uit de voormalige raadzaal, thans collegekamer van het Stadhuis te Maastricht

Datering: 1736 - 1737

Materialen: Doek en olieverf

Verwerving: bruikleen 1960

Afmetingen: hoogte 320 cm, breedte 272 cm


Klik hier om naar de vorige pagina te gaan