Poppenkastverhaal 1

Het wenswater

Poppen: Elfje Erika, Jan Klaassen, Katrijn, Barendje Boef.
Decor: Bos
Spullen: Een mooi klein flesje


Jan Klaassen en Katrijn babbelen wat. Katrijn is vermoeid van al het werken en wenst dat ze kon toveren. Nou, dat ziet Jan ook wel zitten en noemt op wat hij dan allemaal zou gaan toveren. Maar goed dat kunnen we niet dus we moesten maar weer eens aan het werk gaan. Katrijn vertelt wat er gebeuren moet. Jan moet de lege flessen wegbrengen. Met een fles in zijn hand komt hij Elfje Erika tegen. Ze ziet het flesje van Jan en vindt het zo'n mooi flesje. Ze wil het graag hebben van Jan. Jan Klaassen vindt het prima en vraagt waarom ze het nodig heeft. Het is een prachtig flesje om een toverdrankje in te bewaren. Jan mag een wens doen en hij wenst dat hij een grote appeltaart krijgt. Elfje Erika doet daarop een beetje geheimzinnig. Jan zegt tegen de kinderen dat hij niet in tovertrucks gelooft. Hij neemt afscheid van Elfje Erika, hij vraagt aan Katrijn wel om een appeltaart, beter dan zo'n tovertaart!
Elfje Erika neemt het flesje en gaat blij weg.

Dan komt die akelige Barendje Boef weer op. Hij vertelt de kinderen dat hij weer gemakkelijk uit de cel kon ontsnappen, Agent Snorremans had de sleutels in het slot laten zitten! Nu is Barendje Boef op zoek naar lekkere hapjes, want in de gevangenis kreeg hij alleen maar water en brood.

Elfje Erika komt op met het flesje. Er zit een bijzonder drankje in "wenswater". Ze zet het even neer. En gaat af.
Barendje Boef komt weer op, zo dat was lekker, er stond een heerlijke tulband in het raam bij Katrijntje. Dan ziet hij het flesje en neemt er een slokje van, dan zegt hij: ik wil zo rond als een varkentje worden! Hij valt achterover en zo snel mogelijk verschijnt er een varkentje, met een boevenpet op. Elfje Erika komt eraan en moet er vreselijk om lachen. Nou, dikke Barendje big dat zal een lesje voor je zijn, ga maar gauw naar de boerderij. Elfje Erika gaat weer weg.

Katrijn zegt tegen Jan dat ze er niets van snapt, ze had vanmorgen toch echt een tulband gebakken en nu staat er een appeltaart in het raam. De kinderen leggen het uit. Ze hebben er vreselijke pret om. Tot, de volgende keer maar weer.


Klik hier om naar de vorige pagina te gaan

Poppenkastverhaal 2

De betoverde taart

Poppen: Katrijn, Jan Klaassen, heks, mug
Decor: Keukentje
Spullen: Wekker (met geluid), taart, tasje, hoofddoekje, vliegenmepper

Katrijn gaat een dagje naar de stad, tasje mee, hoofddoekje om. Jan Klaassen moet thuis allerlei klusjes doen. Over een uurtje de taart uit de oven halen. Dan laten afkoelen en ondertussen de kranten wegbrengen.

Terwijl Jan weg is komt er een heks langs. Ze wil een grapje uithalen. Ze betovert het taartje, als iemand er van eet dan verandert hij in een dier, maar niet zo lang hoor. Gewoon een grapje.

Jan Klaassen komt thuis en kan zichzelf niet bedwingen, hij moet de taart proeven. Hij verandert in een mug! Hij kan nog wel, heel pieperig, praten. En hoort hij Katrijn alweer thuis komen, als ze hem maar niet dood slaat, Katrijn houdt niet van muggen.

Katrijn roept om Jan, maar ziet hem niet, alleen die vervelende mug! Ze gaat de vliegenmepper halen. Mug Jan is hopeloos, wat moet hij nou? Hij gaat op de vlucht voor de vliegenmepper, Katrijn gaat er achteraan.
Maar dan verandert de mug weer in Jan Klaassen. Katrijn snapt er niets van, waar komt Jan nou in eens vandaan?
Jan legt uit wat er gebeurd is, Katrijn gelooft het niet zo erg. Ze gaat weg de boodschappen uitpakken.
Dan komt de heks haar excuses aanbieden, ze wilde alleen maar een grapje uithalen. Ze wil het goed maken door eens een naar klusje van Jan Klaassen op te knappen. Allebei blij.


Klik hier om naar de vorige pagina te gaan

Poppenkastverhaal 3

Afwassen?


Personages
Jan Klaassen
Katrijn
Linke Lowietje
Agent

Decoraanduiding
Boom aan zijkant van de poppenkast

Rekwisieten
Afwasborstel
Zak met spullen voor de boef
Vangnet

Het verhaal

Jan Klaassen: Hallo allemaal! Wat een heerlijk weertje vandaag. Echt een dagje om eens lekker te luieren. Vinden jullie ook niet? ( Rekt zich uit ) Zo, ik ga eens een lekker dutje doen. En als ik daarna wakker word, koop ik een enorm groot en lekker ijsje voor mezelf. Met wel vier bolletjes en een berg slagroom. En daarna ga ik eeuuh. Een dutje doen denk ik. Want van zoveel ijs eten wordt je natuurlijk heel erg moe. En na dat slaapje..( wordt onderbroken door Katrijn )
Katrijn: Jan Klaassen, Jan Klaassen! Waar zit je? Ik wil dat je onmiddellijk hier komt!
Jan Klaassen: Oh jee. Dat is Katrijn. En ze kl inkt ontzettend boos. Ik heb vast iets verkeerds gedaan.
Katrijn: Jan Klaassen, hier komen potverdorie. Je moet de afwas nog doen!
Jan Klaassen: Oh nee. Dat vind ik het allerergste wat er bestaat. Gatverderrie, afwassen. En nog wel vandaag, net nu ik eens een dagje wil gaan luieren.
Katrijn: Jan Klaassen, als je nu niet komt.!

( Jan begint zenuwachtig heen en weer te rennen door de poppenkast. )

Jan Klaassen: O jee. Ik moet maken dat ik wegkom. Katrijn is woest. Mensen, willen jullie mij helpen? Ik ga me gauw verstoppen achter deze boom. Als Katrijn dan komt, moeten jullie zeggen dat ik er niet ben. dat jullie mij niet gezien hebben. Of, nog beter.. Zeg maar dat jullie niet eens weten wie Jan Klaassen is. Willen jullie dat doen?

( Katrijn komt binnen met een afwasborstel in haar hand. )

Katrijn: Jan Klaassen, nou is het uit! Je hebt al drie dagen niet afgewassen. de borden en de kopjes st aan opgestapeld tot aan het plafond! He, waar is Jan Klaassen? ( zoekt overal, af en toe gluurt Jan vanachter de boom. Tot Katrijn hem in de gaten krijgt ) Zo, daar zit je. Lelijke nietsnut! Je voor mij en je taken verstoppen he! Maar ik zal je krijgen hoor.
Jan Klaassen: Au, niet doen! Lieve lieve Katrijntje, alsjeblieft, doe het niet! Au au au au au!
Katrijn: Luiaard, leegloper, nietsnut, flierefluiter!
Jan Klaassen: Ophouden, lieve Katrijntje. Ik zal alles doen wat je me zegt.
Katrijn: ? Ook afwassen?
Jan Klaassen: Maar luister nou eens, lieve Katrijn. Afwassen is vrouwenwerk.
Katrijn: O nee hoor. Tegenwoordig niet meer.
Jan Klaassen: Vraag het maar aan de mensen. Mensen, wast jullie vader wel eens af? ( Wacht reactie van publiek af ) Nou, niet allemaal. hoorde je dat Katrijn?
Katrijn: Maar jij wel, Jan Klaassen.
Jan Klaassen: Maar als wij nu eens een afwasmachine gingen kopen?
Katrijn: Nee hoor. Niks daarvan. Daar hebben wij helemaal geen geld voor. Jij bent hier onze afwasmachine. Aan het werk. En vlug!

Katrijn: Zo, dat heb ik mooi geregeld. Als ik Jan Klaassen niet af en toe flink op zijn donder geef, doet hij niks. Dan zit hij maar de hele dag te luieren en laat hij mij alle rotklusjes doen. Nu kan ik tenminste in het zonnetje zitten. Lekker bruin worden. Mmm, even een dutje doen. En als ik straks weer wakker word, is de afwas gedaan.
Agent: Goedemorgen mevrouwtje.
Katrijn: Oh, ik schrik me een hoedje agent.
Agent: Sorry mevrouwtje, dat was niet de bedoeling. Maar ik ben hier om u te waarschuwen. Er is namelijk een gevaarlijke boef ontsnapt. Een heel erg gevaarlijke boef. Hij heet Linke Lowietje en hij steelt geld en dure spullen.
Katrijn: Nou, geld hebben we niet en ook geen dure spullen. Dus hier valt niks te halen.
Agent: Toch zou ik maar oppassen, mevrouwtje. Linke Lowietje schijnt hier in de buurt te zitten. Hij heeft vijf pistolen en een katapult. Dus kijk maar uit.
Oh ja, trouwens. Wie de boef vangt, krijgt een beloning van duizend euro.

( Katrijn gaat een beetje rusteloos weer in de zon liggen, maar door wat de agent vertelde lukt dat niet meer. )

Katrijn: He, wat vervelend nou! Ik moet steeds weer aan die boef denken. Dat is natuurlijk onzin, want er valt hier niks te halen voor die boef. We zijn hartstikke arm. We hebben niet eens geld voor een afwasmachine. En als we het wel hadden, zou ik het wel weten. Als wij rijk zouden zijn, kocht ik een mooie jurk en een dure armband. Oh, en ook nog wel nieuwe schoenen denk ik. he bah, ik blijf maar aan die boef denken. Misschien moet ik het toch maar even tegen Jan gaan zeggen. en ze loopt weg Jan, Jan! Er is een gemene boef in de buurt!
Linke Lowietje: Zo, voorlopig ben ik denk ik wel veilig hier. Die politieagent zit achter mij aan, maar ik laat me niet zomaar pakken. Daar ben ik veel te slim voor. ( Hij schudt met zijn zak ) Zo, dit was wel weer een succesvol ochtendje, al zeg ik het zelf. De zak zit helemaal vol. Twee zilveren kandelaars, een gouden hotloge, een schilderij van Rembrandt en tweehonderd vijfennegentig euro en vijftig cent. Er liep een oud vrouwtje over straat. Die heb ik overvallen en al haar geld afgepakt. En nu gaat deze jongen een dutje doen. Even uitrusten, want ik heb hard gewerkt. Ah, hier achter deze boom is een lekker plekje. Hier kan de politie mij niet vinden.
Jan Klaassen: Nou Katrijn, dat is goed nieuws. Want weet je wat wij gaan doen? Wij gaan die boef vangen.
Katrijn: Maar Jan, die boef is heel erg gevaarlijk hoor! Hij heeft vijf pistolen en een katapult.
Jan Klaassen: Daar ben ik niet bang voor!
Katrijn: Maar lieve Janneman, straks doet die boef jou nog pijn.
Jan Klaassen: Katrijn, maak je maar niet druk en laat di t maar aan mij over. Dit is echt mannenwerk. Als jij nou de afwas gaat doen, dan regel ik het hier verder wel.
Katrijn: Weet je het zeker?
Jan Klaassen: Natuurlijk. Ik ben Jan Klaassen en ik ben voor niemand bang. Het enige wat ik nodig heb, is een goed vangnet. Daarmee zal ik die boef wel eventjes vangen, Katrijn. Kijk eens in de schuur of daar nog iets ligt.

( Zodra Katrijn uit de poppenkast is gelopen, begint Jan Klaassen te lachen.)

Jan Klaassen: haha. Dat is dan mooi gelukt. Die domme Katrijn trapte er meteen in. De boef komt natuurlijk niet hier, want er valt hier niets te halen. Dus ik ga weer lekker in het zonnetje zitten en Katrijn doet mooi de afwas. Oh oh oh, wat ben ik toch slim. Oh, daar komt ze weer.
Katrijn: Hier. Hier heb je het vangnet. Zul je wel voorzichtig zijn?
Jan Klaassen: Maar natuurlijk Katrijntje. Ik heb toch wel vaker boeven gevangen.
Katrijn: Ja, maar Jan? Als er nou ie ts met je gebeurt?
Jan Klaassen: Niet zeuren Katrijn. Ga jij nou maar afwassen. Ik roep je wel als het zover is.

( Als Katrijn weer uit de poppenkast verdwenen is, gaat Jan Klaassen liggen en valt in slaap. )

Linke Lowietje: Is dat niet die rare Jan Klaassen? En die denkt mij te kunnen pakken? Hahahaaa. Ik zal hem krijgen, die praatjesmaker. Ik ga hem eens flink te grazen nemen. ( Hij pakt Jan zijn vangnet en gooit dit over hem heen ) Zo, daar heb ik je Jan Klaassen. Rare opschepper! Jij vangt mij niet! Ik vang jou!
Jan Klaassen: Wat gebeurt er? Wat doe je? Wie ben je? Laat me los!!
Linke Lowietje: Ik ben Linke Lowietje!
Jan Klaassen: Genade! Niet schieten alstublieft! Katrijntje kan mij niet missen, want ik doe altijd de afwas voor haar.
Linke Lowietje: Dat komt dan goed uit. Ik ga jou ontvoeren en als Katrijn jou terug wilt hebben, moet zij aan mij duizend euro betalen.
Jan Klaasse n Katrijn! Help! Help! Laat me los, gemene boef!

( Linke Lowietje trekt Jan Klaassen meenaar de boom en verstopt hem daar. Op dat moment komt Katrijn aangerend. )

Katrijn: Wat is er aan de hand? Waar zit je? Weten jullie misschien waar Jan is gebleven? ( hopelijk vertelt het publiek nu wat er is gebeurd ) Oh nee, mijn lieve Jan meegenomen door een boef. Wat moet ik zonder mijn Janneman ?? Hij was wel eens vervelend en hij wilt nooit afwassen, maar hij is ook altijd vrolijk en maakt altijd grapjes. Snif snif..
Linke Lowietje: Wil jij je man graag terug?
Katrijn: Ja. heel graag!!
Linke Lowietje: Dat kan, mevrouwtje. Maar dat kost je dan duizend euro.
Katrijn: Duizend euro??
Linke Lowietje: ja, en geen cent minder, anders laat ik hem opeten door de krokodillen.
Katrijn: O nee, meneer, dat kunt u niet doen.
Linke Lowietje: Oh jawel hoor. Kleine moeite.
Katrijn: Ok. Wacht maar even hier. Ik zal het geld gaan halen.
Linke Lowietje: Dat is een makkie zeg. Een meegaand vrouwtje heb jij. ( tegen Jan Klaassen, die hij achter de boom vandaan heeft getrokken ) Ze haalt zomaar duizend euro op.
Jan Klaassen: dat kan helemaal niet. We hebben niet eens geld voor een afwasmachine.
Linke Lowietje: Toch gaat ze het halen Jan. Ze zal wel ergens een geheim potje hebben. Dat hebben die vrouwtjes altijd. Wat ben ik toch een ontzettend slimme boef! haha.
Katrijn: Daar heb je duizend euro, gemene boef! Hier, pak aan! ( Slaat hem )
Linke Lowietje: Au, au, au!
Katrijn: Hier, nog een! En nu ga je mee naar de politie!
Agent: Goed gedaan, mevrouwtje! Hier is uw duizend euro als beloning.
Katrijn: Nou, ik zal eens gaan kijken waar Jan nu toch uithangt.
Jan Klaassen: haal me hier onderuit!
Katrijn: Even wachten. Kijk Jan, ik heb duizend euro verd iend, want ik heb de boef gevangen. Echt vrouwenwerk.
Jan Klaassen: dat is geweldig! Nu kunnen we een afwasmachine kopen en hoef ik nooit mee af te wassen.
Katrijn: Dat had je gedacht Jan! Ik ga een mooie jurk voor mezelf kopen en een armband en een paar mooie sjieke schoenen.
Jan Klaassen: Niets daarvan, je koopt een afwasmachine.
Nee hoor. Jij bent mijn afwasmachine.
Jan Klaassen: Nietes
Welles
Jan Klaassen: Nietes
Welles
Jan Klaassen: Nietes
Katrijn: Welles. Anders laat ik je mooi onder het vangnet zitten.
Jan Klaassen: Alsjeblief Katrijn, haal me hier onder vandaan. je hebt hartstikke gelijk en ik zal voortaan altijd de afwas doen!
Nou, vooruit dan maar.
Jan Klaassen: Dank je wel schat!!

Klik hier om naar de vorige pagina te gaan