Een grotschildering is een vorm van rotstekening waarbij een schildering aangebracht is op de wanden en plafonds van een grot, gemaakt in de prehistorie.
Grottekeningen van dieren behoren tot de oudste vormen van kunst. De belangrijkste vindplaatsen in Europa zijn in Frankrijk en Spanje.
Nadat de Franse Jean-Marie Chauvet tekeningen in een grot had ontdekt, werden deze onderzocht door een Frans onderzoekslaboratorium met Koolstofdatering. Hiermee werd van de houtskooltekeningen ontdekt dat ze ongeveer 30.000 tot 32.000 jaar oud moesten zijn. De grottekeningen in de zogenaamde Grotte Chauvet zijn daarmee de oudst bekende grotschilderingen, tweemaal zo oud als de tekeningen in de beroemde grot van Lascaux.
In Frankrijk en Spanje alleen al zijn zo'n 350 grotten waarin prehistorische muurschilderingen werden gevonden. De oudheid van deze afbeeldingen is vaak door koolstofdatering geschat. De koolstofdatering kan echter door veel omstandigheden worden beïnvloed en biedt daarom nooit een honderd procent dekkend antwoord. De oudste rotstekeningen, die door koolstofdateringen zijn gemeten, zijn maar liefst 35.000 jaar oud.
Klik hier om naar de vorige pagina te gaan
In een grot op het Indonesische eiland Sulawesi is de oudste grottekening ooit gevonden,
meer dan 45.000 jaar oud, met een afmeting van 1 meter 36 bij 54 centimeter.
De kunstenaar was een denisovamens, een soort neanderthaler, die het gemaakt heeft met rood oker pigment.
De grotten van Maastricht zijn eigenlijk geen natuurlijk fenomeen. Zo’n 800 jaar geleden begon men in Limburg met het winnen van mergel (zand- en kalksteen). Zo ontstond er een gigantisch netwerk uit een 250-tal gangen in Maastricht en Valkenburg. In totaal zijn de grotten honderden kilometers lang.
Zand- en kalksteen is erg waardevol en werden destijds gebruikt om huizen, kloosters, kastelen en kerken te bouwen. Boeren hakten gigantische blokken mergel uit en laadden die op paardenkarren. Soms zagen die paarden dagen tot weken geen daglicht! Mergelwinning was dus eigenlijk een vorm van mijnbouw.
In de loop van de geschiedenis hebben de mergelgrotten van Maastricht veel verschillende functies gehad. In de 18de eeuw werden er gevochten met de Frans troepen. Je kon op een bepaald moment zelfs wonen in de grotten, maar het was ook een goede schuilplaats voor misdadigers. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verstopten zich er vaak mensen die uit de handen van de Duitsers wilden blijven. Vandaag zijn het alleen nog vleermuizen die zich hier schuil houden.
Vroeger bevond het langste gangenstelsel zich onder de Sint-Pietersberg in Maastricht. Vandaag is de grootste mergelgrot de Sibberberg in Valkenburg.
De belangrijkste en bekendste grotten zijn:
Die van Maastricht:
Het Noordelijk gangenstelsel en de Zonneberg onder de Sint-Pietersberg
De Jezuïetenberg in de Cannerberg
Die van Valkenburg:
De Gemeentegrot
De Fluweelengrot
De Sibbergroeve
De overige delen van de Limburgse mergelgrotten zijn afgesloten door instortingsgevaar. Er blijft dus nog ‘maar’ zo’n 80 kilometer over van de gangenstelsels.
Deze gangen zijn in de volksmond grotten gaan heten (wat dus feitelijk onjuist is!).
Wel hebben ze in de loop van de geschiedenis veel verschillende functies gehad. In de grotten onder Maastricht zijn in de 18e eeuw hele gevechten gevoerd met de Franse troepen.
Ook zijn er in de groeven woonplekken uitgehakt waar de blokbrekers zelf in woonden.
In de Fluwelengrot in Valkenburg kun je zelfs nog een mooie schuilkapel (een heus rijksmonument) uit het jaar 1800 bezoeken.
In de loop der eeuwen hebben veel uiteenlopende mensen zich schuil gehouden in de grotten van Maastricht. Te weten op de vlucht zijnde dieven en misdadigers, maar ook mensen die in de Tweede Wereldoorlog uit handen van de vijand wilden blijven.
Tijdens die Tweede
Wereldoorlog hebben de grotten van Maastricht zelfs nog dienst gedaan
als opslagplaats van belangrijke kunstvoorwerpen.
Veel voor het publiek gesloten groeven fungeren op dit moment als schuilplaats voor vleermuizen.
Klik hier om naar de vorige pagina te gaan