The Walking Dead, een spannend en eng verhaal over zombies (wandelende doden).
Jaren geleden, gingen
wij op vakantie met ons gezin en huurden een klein oud houten huisje,
diep in een afgelegen bos. Op de begane grond waren de keuken,
woonkamer en een badkamer. De slaapkamers waren op de tweede
verdieping, maar er was ook nog een kelder, die gebruikt werd voor
opslag. Daar gingen we alleen niet graag naar toe, want het was er
donker en muf en er hing een typische, indringende geur!
Op de
eerste avond, werden we allemaal gewekt door een verschrikkelijke
schreeuw die kwam uit mijn zusjes slaapkamer. Toen mijn vader haar
kamer binnenstormde en het licht aan deed, vond hij haar rechtop in
bed, schreeuwend en huilend. Mijn ouders gingen bij haar zitten en
troostten haar tot ze eindelijk gekalmeerd genoeg was om hen te
vertellen wat haar had bang gemaakt.
Ze zei dat ze in het
midden van de nacht wakker werd door een verschrikkelijke stank. Toen
ze haar ogen opende, had ze de hele slaapkamer gedrenkt in het bloed
van boven naar beneden gezien. Er was bloed op de vloer, bloederige
handafdrukken op de muren en bloedspatten over het plafond.
We
dachten allemaal dat ze maar een nachtmerrie had gehad, maar ze
weigerde om terug naar haar slaapkamer te gaan en wilde alleen nog
maar bij mijn ouders op de slaapkamer slapen.
Op een avond,
mijn moeder was eten aan het koken in de keuken en mijn vader was een
boodschap aan het doen in een nabijgelegen stad, waren mijn zus en ik
ons aan het vervelen en wisten we niet goed wat we moesten doen. Ik
had het plan om eens in de kelderruimte te kijken om te zien of we
daar iets konden vinden om te doen. De kelder rook muf en er was maar
weinig licht. Direct bekroop ons een angstaanjagend gevoel en onze
ademhaling ging ongemerkt steeds sneller. Toch bleven we doorlopen in
de hoop iets leuks te vinden.
In een verre uithoek van de
kelder zagen we iets staan, maar wat het was konden we niet goed
zien, omdat er een vieze oude deken overheen lag. We liepen er naar
toe en tilden de deken op. We zagen een oude kist staan met een groot
en zwaar hangslot. Het vreemde was dat er op de kist stond: 'Niet
openmaken, heb respect voor de doden'. Nieuwsgierig als we waren
wilden we natuurlijk weten wat er in deze kist zat, want we dachten
dat die tekst puur als grap was bedoeld. Omdat we helaas geen sleutel
zagen van het hangslot, gingen we die avond maar terug naar onze
ouders, maar moesten steeds denken aan die vreemde kist in de
kelder.
Die nacht droomde ik heel vreemd en werd ik badend in
het zweet wakker. Ik had gedroomd dat ik achterna werd gezeten door
allerlei vreemde monsters in het bos die mij wilden opeten. Ik
vertelde het aan mijn ouders, maar die zeiden dat ik alleen maar een
nachtmerrie had gehad.
Mijn zusje en ik wilden perse die oude
kist in de kelder openen om te zien wat er in zat. Gelukkig vonden we
in een schuur bij ons huisje een grote tang, waarvan we hoopten dat
deze het slot kapot kon maken. We vertelden onze ouders natuurlijk
niet waar we mee bezig waren en wachten tot de avond was ingevallen
en zij met elkaar tv zaten te kijken.
Opnieuw liepen we naar
de kelder en eenmaal aangekomen bij de kist, probeerden we met de
tang het slot kapot te knippen. Dit was best lastig, want het slot
was sterk, maar na een paar pogingen lukte het ons het slot open te
krijgen. Nu zouden we zien wat er toch in deze kist zat, wat we
blijkbaar niet mochten zien. Het deksel van de kist was blijkbaar in
jaren niet geopend, want het maakte een naar piepend, bijna
schreeuwend geluid. We wilden al bijna de kist weer dicht doen, maar
onze nieuwsgierigheid won het. Toen we met de zaklamp in de kist
schenen zagen we een ouderwetse cassettebandrecorder.
Onze
ouders hadden ons ooit wel eens verteld dat ze dit vroeger gebruikten
om muziek op te luisteren en af te spelen. Er lag ook een boek met
een rare naam met allemaal vreemde tekens op de omslag. We konden het
boek niet lezen, omdat het in een andere taal was geschreven, maar
aan de plaatjes te zien was het geen vrolijk boek. Er stonden
afbeeldingen in van wat leek dode mensen, maar het vreemde was dat
deze wel rechtop stonden en liepen.
Het boek lieten we liggen,
en we pakten de cassettebandrecorder. Mijn zusje en ik keken elkaar
aan en zonder iets te zeggen knikten we tegen elkaar en drukten op de
'play' toets.
Krakend begon het apparaat te draaien en eerst
hoorden we niets, alleen een hele vage ruis op de achtergrond. We
wilden hem al weer uit zetten, tot er ineens een zware donkere stem
begon te spreken. "Wie waagt het en heeft het lef gehad om mij
op te roepen? O, wee diegene die nu zitten te luisteren. Jullie zijn
gedoemd voor altijd en eeuwig. Jullie worden veranderd in zombies en
daarna zullen jullie worden toegevoegd aan mijn leger van wandelende
doden, net als diegene die zich ook bij jullie in dit huisje
bevinden! Alleen in de ronde cirkel ben je veilig."
Geschrokken
door deze tekst, drukten we gauw het bandje uit en we keken elkaar
allebei verschrikt aan. Dit was vast een grapje, niet echt,
probeerden we onszelf gerust te stellen. Een hele lugubere grap. Dat
kon toch helemaal niet? We deden snel de kist dicht en renden gauw
naar boven. Het was inmiddels heel donker geworden en we zagen niet
veel, omdat de meeste lampen uit waren. We riepen onze ouders, maar
kregen geen gehoor. Waar waren ze toch? Het hele huis liepen we door,
tot we ineens bij de achterdeur in de keuken een schrapend geluid
hoorden.
Geschrokken liepen we er naar toe om te kijken en wat
we toen zagen deed ons verstijven van angst. Onze ouders waren onze
ouders niet meer. Ze waren helemaal verminkt, met allemaal bijtsporen
en ze zaten onder het bloed. Hun ogen waren helemaal wit en
weggedraaid. Toen ze ons zagen, bewogen ze met een langzame
schuifelende pas op ons aan. Ze konden niet praten en er kwam alleen
maar rochelende geluiden uit hun mond. Ze waren veranderd in zombies!
Ze reikten met hun handen naar ons alsof ze ons wilden pakken. We
bleven niet wachten op wat er ging gebeuren en renden snel via de
voordeur naar buiten.
Eenmaal buiten aangekomen zagen we tot
onze grote schrik een heleboel zombies die op ons al liepen. Gelukkig
waren zij niet zo snel en konden we hen ontwijken in onze vlucht naar
de veiligheid. Rennend en om ons heen kijkend liepen we steeds verder
het bos in. Huilend en niet wetende wat we moesten doen, stopten we
heel even om op adem te komen. We herinnerden ons de tekst van het
cassettebandje, waarin werd gezegd dat we alleen veilig waren in de
cirkel. Dat was dus ons doel. Op zoek gaan naar die cirkel, zodat we
uit de handen bleven van de zombies en zelf niet zouden veranderen in
wandelende doden!
Doordat jullie dit verhaal hebben gehoord,
weten jullie dat wij het overleeft hebben. Nu laten we jullie gaan op
jullie weg terug naar jullie huisje in het bos. Om de weg te kunnen
vinden moeten jullie de lampjes of overige aanwijzingen volgen. Wij
hopen dat jullie geen zombies of andere rare wezens tegenkomen, maar
beloven kunnen we het niet. Maar onthoud, dat als jullie de cirkel
zien, jullie daar veilig zijn. Succes en pas goed op elkaar!