Boekdrukkunst (een
mechanisch proces om geschriften te vermenigvuldigen door middel van
een drukpers. Meer in het bijzonder door middel van het combineren
van verschillende (herbruikbare) delen een gedrukte tekst (en/of
afbeelding) in oplage produceren. ) is de kunst van
het drukken (stempelen)
van boeken; m.b.v. een drukpers en drukinkt wordt op papier tekst
en/of beeld overgezet van een drukvorm; deze drukvorm bestaat uit
losse letters van metaal; ± 1450 uitgevonden.
De boekdrukkunst is rond 1455 uitgevonden door Gutenberg te Mainz. Drukkers ontpopten zich als ondernemers en opvoeders van het volk. Jarenlang hebben ze in Haarlem gedacht dat hun Laurens Janszoon Coster de uitvinder van de boekdrukkunst was.
Een reusachtig stenen standbeeld in de stadstuin.
De uitvinding van de
boekdrukkunst rond 1445 heeft grote invloed gehad op de
Lijst van uitvindingers Lijst met uitvindingen Drukkerij Mt Nijpels
Klik hier om naar de vorige pagina te gaan
Standbeeld van Laurens Janszoon Coster voor de St. Bavo te Haarlem. |
Samenvattend:
Aan de boekdrukkunst hebben we ontzettend veel te danken. Onderwijs, onze kenniseconomie, emancipatie en natuurlijk het plezier van een goed boek lezen. Maar welke weg hebben boeken afgelegd voordat ze moderne werden?
De meest bekende boekdrukpers werd in de 15e eeuw uitgevonden. Tot die tijd werden alle boeken met de hand geschreven. In elke kopie van een boek gingen uren en uren aan schrijfwerk zitten, dat vaak werd uitgevoerd door monniken omdat weinig mensen konden schrijven. Zij werkten met een schrijfsnelheid van ongeveer vier pagina’s per dag. Door de grote hoeveelheid werk waren boeken zeer kostbaar en niet voor het grote volk beschikbaar. De ware uitvinder van de boekdrukkunst is moeilijk vast te stellen, aangezien er wereldwijd door veel verschillende mensen werd geëxperimenteerd met methodes voor het vermenigvuldigen van boeken. In West-Europa was het echter de Duitse Johannes Gutenberg die de drukpers ontwikkelde en introduceerde. Hij gebruikte losse letters van lood, die hij in de juiste volgorde in een rek plaatste en zo een tekst kon ‘stempelen’. Deze letters konden herbruikt worden, wat bij veel vroeger ontwikkelde drukpersen niet mogelijk was. Zo werd boekdrukkunst efficiënt en goedkoper, en konden boeken voor het eerst in grote aantallen geproduceerd worden. In de jaren die daarop volgden namen veel drukkers deze methode over, en gingen ze zich richten op boeken voor het gewone volk. Doordat boeken nu makkelijker en goedkoper te verspreiden waren, steeg de alfabetisering en konden steeds meer mensen lezen. Hierdoor steeg ook de vraag naar boeken weer. Vanaf de 19e
eeuw kwamen er steeds meer middelen voor het nog efficiënter
maken van de boekdrukkunst. De uitvinding van de schrijfmachine,
stencilmachine en kopieermachine zorgden voor een nog snellere manier
van boeken produceren. Het papier wordt automatisch op het juiste formaat gesneden, de (zachte) kaft wordt geprint en om het boek gebonden. Zo transformeert een boek in zeer korte tijd van een tekstdocumentje naar een fysiek boek en kunnen er enorme hoeveelheden achter elkaar geproduceerd worden.
In 1437 verschenen de eerste gedateerde boeken in Nederland. Als ook boeken uit de 15e eeuw. Oude en nieuwe technieken van het drukken van boeken. Een graveur snijdt een stempel van een letter, waarvan een letter wordt gegoten. De letters komen in een letterbak, waaruit ze worden gepakt en in een zethaak worden gezet. In een drukpers worden de pagina's afgedrukt op papier. In een monotypemachine wordt de getikte tekst overgebracht op een ponsband, waarmee een gietmachine wordt aangestuurd die de letters in regels giet. Vervolgens wordt de tekst gedrukt in een Heidelberger volautomatische drukpers. Met een monofoto-zetmachine wordt de tekst via een ponsband fotografisch op cellofaan aangebracht, samen met afbeeldingen. Dit wordt op cilinders overgebracht die in meerdere kleuren worden afgedrukt op papier. |