In een toendraklimaat zijn de temperaturen gedurende het hele jaar koud, met gemiddelde temperaturen die doorgaans onder de 10°C liggen.
De zomers zijn kort en koel, terwijl de winters lang en erg koud zijn.
In de winter kunnen de temperaturen dalen tot ver onder het vriespunt.
Een toendraklimaat heb je op toendra's en andere soortgelijke gebieden. Het is een koud klimaat met weinig neerslag (vooral sneeuw) en 's zomers is het er ook koud. De gemiddelde temperatuur van de koudste maand is onder de -3 °C. In de warmste maand zit de gemiddelde temperatuur tussen de -1°C en 10 °C.
Een toendra is een gebied zonder boom- en struiklaag, grenzend aan een poolgebied. De begroeiing bestaat uit grassen, mossen, korstmossen en dwergstruiken.
Er blijven maar weinig dieren achter op de toendra. Dat zijn de muskusos, de poolvos, de sneeuwuil en de lemming. Lemmingen eten korstmossen, kleine plantjes zonder wortels die hun voedsel uit de lucht en sneeuw halen. Sneeuwuilen eten elkaar op als dat nodig is.